15.08.2023

Vol lof over elektrisch rijden

Gendringen Hout Groep stapt over op elektrische STILL trucks

Dankzij de overstap van verbranders naar elektrisch aangedreven STILL trucks werkt Europa’s grootste houtdrogerij schoner, stiller én veiliger. “Een goede zet, die perfect past in onze energietransitie en ons ook financieel geen windeieren heeft gelegd”, oordeelt managing director Chantal ten Have.

Gendringen Hout Groep uit het Achterhoekse Gendringen is Europa’s grootste houtdrogerij. Met maar liefst 37 droogkamers wordt hier jaarlijks 90.000 tot 100.000 kubieke meter hout gedroogd. De werkmaatschappij Drooghout Gendringen droogt als dienstverlener voor groothoutimporteurs uit onder meer het verenigd Koninkrijk, Duitsland België en Nederland. Europly Wood Products is een voorraadhoudende werkmaatschappij van de onderneming en verkoopt voornamelijk eikenhout. “Ruw, bewerkt, of we produceren er zelf meubelpanelen van”, schetst managing director Chantal ten Have. Het goed uitgeruste machinepark wordt door Gendringen Hout Groep ook ingezet om machinale houtbewerkingen voor derden uit te voeren.

Vergroening

Het drogen gebeurt zo groen mogelijk. De benodigde warmte wordt verkregen door houtmot te verbranden. De energie voor de ventilatoren in de droogkamers wordt zoveel mogelijk zelf opgewekt. “Het aandeel zelf opgewekte energie groeit gestaag”, vertelt Ten Have. “Onlangs nog hebben we het aantal zonnepanelen met 252 stuks uitgebreid. Daarmee kunnen we nu 12 procent van onze energiebehoefte zelf opwekken.”
Sinds 2017 is in het kader van die verduurzaming ook het intern transportmaterieel van de drogerij gefaseerd vergroend. “Jarenlang gebruikten we diesel- en LPG-trucks om de pakketten hout te lossen, intern te verplaatsen en na het drogen weer te laden”, vertelt bedrijfsleider Roy Kreeft. “Dat kon en moest schoner en stiller.”

Unanieme keuze voor STILL

Voor de modernisering van de vloot schreef Gendringen Hout Groep drie leveranciers aan. Zij leverden elk een elektrische demotruck, die door de chauffeurs een week lang uitvoerig werd getest en op meerdere punten werd beoordeeld. “Onze jongens werken er dagelijks mee. Dan wil je ze ook dát materieel geven, dat ze zelf als beste beoordelen”, aldus Ten Have. “De vergelijking werd met vlag en wimpel gewonnen door STILL.”
Met name de op- en afstap, de wendbaarheid en de intuïtieve bediening waren doorslaggevend. “Maar zeker ook de uniforme bediening is een voordeel”, vult Kreeft aan. “Gefaseerd heeft STILL inmiddels acht elektrische heftrucks geleverd, met capaciteiten van 3,5 tot en met 8 ton. Chauffeurs kunnen probleemloos overstappen van de ene op een andere truck, zonder dat ze moeten wennen aan de bediening. Dat komt de veiligheid natuurlijk ten goede.”

Louter voordelen

De demotrucks moesten tevens de twijfels wegnemen die er aanvankelijk waren met betrekking tot elektrisch rijden. “We hadden daarmee geen ervaring en wilden zeker weten dat de accu’s onze inzet aankunnen”, aldus Kreeft. “Dat bleek geen enkel probleem. Vanaf de eerste dag hebben de elektrotrucks ons geen moment in de steek gelaten.”
Ook financieel heeft de overstap het bedrijf geen windeieren gelegd. Ten Have: “De verbrandingstrucks die voorheen werden ingezet slurpten op jaarbasis al gauw 25.000 liter diesel. En hoewel elektrisch aangedreven trucks een hogere aanschafwaarde hebben, zijn de total cost of ownership fors lager. Onder de streep zijn we nu beduidend minder kwijt.” Daar komen de lagere servicekosten nog bij. “De trucks zijn heel stabiel en betrouwbaar. Sinds we elektrisch rijden, hebben we nog geen onverwachte servicekosten gehad”, weet Ten Have.

‘Geen omkijken’

Voor die service kan de houtdrogerij bouwen op de expertise van een vaste STILL servicemonteur. “Een heel plezierige samenwerking”, stelt Kreeft. “Hij heeft echt verstand van zijn vak en is heel behulpzaam. Nooit te beroerd om te helpen als onze technische dienst hem aan zijn mouw trekt. En hij denkt proactief met ons mee; als een truck toe is aan een servicebeurt of keuring, belt hij uit zichzelf om een afspraak in te plannen. We hebben eigenlijk geen omkijken meer naar ons intern transport.”